Bij beschadiging van de huid als gevolg van een operatieve behandeling, een ongeval of een brandwond kan littekenvorming optreden. Littekens kunnen dik (hypertrofisch) worden of zelfs buiten de begrenzing van de oorspronkelijke beschadiging gaan groeien en wild vlees ontwikkelen (keloïd). Deze overmatige littekenvorming wordt vaker gezien bij mensen met een donkere huidskleur. Bepaalde lichaamsdelen zoals bijvoorbeeld de schouders en het borstbeen geven een verhoogde kans op littekenvorming dan elders op het lichaam. Een andere factor welke een litteken kan beïnvloeden is de richting van het litteken ten opzichte van de huidspanningslijnen. Littekens die parallel lopen t.o.v. de huidspanningslijnen vallen ook minder op. Littekens kunnen ook een contractuur vormen wanneer ze bijvoorbeeld over een gewricht lopen en een bewegingsbeperking veroorzaken. Als onder het litteken geen of minder vet ligt, is het litteken ingezonken. Door schaduwvorming in de depressie valt het litteken meer op. Een verhoogde spanning op de wond bij sluiten ontwikkelt vaak een breed litteken. Het blijkt dat jonge mensen en kinderen door de hogere huidspanning meer kans hebben op littekenvorming dan oudere mensen. Een littekencorrectie heeft als doel het litteken minder opvallend te maken, maar een litteken zal nooit verdwijnen.